Er was een tijd dat alles simpeler voelde: technologie bestond uit dingen als de radio, een tv in zwart-wit en zo’n telefoon met draaischijf. Je sprak elkaar gewoon aan tafel, zonder meldingen of apps die tussendoor piepen. Tech was overzichtelijk en deed precies wat het moest doen. Nu vliegen de vernieuwingen je om de oren: smartphones, slimme gadgets en AI. Handig, zeker, en het maakt veel sneller. Maar meer tech staat niet gelijk aan meer plezier. Die constante informatiestroom, het idee dat je altijd bereikbaar moet zijn en de ingewikkeldheid van systemen kunnen juist zorgen voor stress en onrust.
In de jaren zestig dook er iets op dat het leven in huis compleet op z’n kop zette. Een klus die vroeger uren kostte, werd ineens snel en bijna moeiteloos. Het maakte het dagelijkse werk lichter, gaf vrouwen destijds meer tijd voor zichzelf en bracht een hoop gemak in huis. Het voelde echt als een sprong richting de toekomst. Waar denk jij dat ik het over heb?
Raadde je het meteen? Dan voel je je vast een tikje vintage, haha.
Geen idee? Hier komt het antwoord.
In de jaren zestig was de automatische wasmachine dé gamechanger in huishoudens over de hele wereld. Plots hoefde je nog maar een fractie van de tijd en spierkracht in het wassen te steken. Vooral voor vrouwen, die toen meestal het huishouden draaiden, was dat een enorme opluchting. Grappig detail: de eerste types hadden simpele draaiknoppen en maar een paar programma’s. Toch vlogen ze weg door hun doeltreffendheid. De wasmachine werd hét icoon van vooruitgang: het huishouden werd niet alleen makkelijker, maar ook schoner. Het veranderde hoe mensen hun dagen indeelden.