Erf- en schenkbelasting 2026: zo veranderen de regels en wat dit betekent voor jouw portemonnee

Het Belastingplan 2026 is rond en dat ga je merken als je gaat schenken, een erfenis moet regelen of een huis wilt kopen. Vanaf volgend jaar veranderen verschillende regels, waardoor alles duidelijker wordt en je in sommige situaties ook voordeliger uit bent.

Meer tijd om erfbelasting aan te geven

Een grote wijziging is de langere termijn voor het doen van aangifte erfbelasting. Nu moet je als erfgenaam binnen acht maanden aangifte doen, maar vanaf 2026 krijg je daar twintig maanden voor. Dat geeft je veel meer ademruimte om de nalatenschap goed te regelen. In een periode die vaak al zwaar is, scheelt dat stress en verklein je de kans op fouten of onnodige boetes.

Een schenking blijft gewoon een schenking

Ook de regels rond schenkbelasting worden simpeler. Tot nu toe kon een schenking toch als erfenis worden belast als de schenker binnen 180 dagen na de gift overleed. Die 180-dagenregel verdwijnt helemaal. Vanaf 2026 maakt het dus niet uit als iemand kort na het schenken overlijdt: het blijft schenkbelasting en er komt geen erfbelasting meer overheen. Dat voorkomt verrassingen achteraf en maakt het een stuk transparanter.

Lagere overdrachtsbelasting bij een tweede huis

Koop je een tweede woning, bijvoorbeeld om te verhuren, als vakantiehuis of voor je kind, dan betaal je vanaf 2026 minder overdrachtsbelasting. Het tarief zakt van 10,4 naar 8 procent. Bij de aankoop van een woning kan dat al gauw duizenden euro’s schelen.

Starters kunnen ook duurdere woningen zonder overdrachtsbelasting kopen

Voor starters wordt de vrijstelling ruimer. Ben je tussen de 18 en 35 jaar en koop je je eerste huis, dan betaal je geen overdrachtsbelasting zolang de woning niet duurder is dan 555.000 euro. De grens lag eerder lager, waardoor nu meer starters in aanmerking komen.

Tarieven voor erfbelasting blijven gelijk

De percentages voor erfbelasting veranderen in 2026 niet. Partners en kinderen betalen over het eerste deel van de erfenis — tot ruim 158.000 euro — tien procent. Over alles daarboven geldt twintig procent. Voor kleinkinderen is het tarief hoger: achttien procent tot ongeveer 28.500 euro en zesendertig procent over het meerdere. Andere erfgenamen, zoals broers, zussen of vrienden, betalen dertig procent tot circa 47.600 euro en daarna veertig procent.

Vrijstellingen bij erfbelasting in 2026

Welke erfbelasting je uiteindelijk betaalt, hangt af van de vrijstellingen. Partners mogen in 2026 ruim 828.000 euro onbelast erven. Voor kinderen en kleinkinderen ligt de vrijstelling net boven de 26.000 euro. Ouders en overige erfgenamen hebben een veel kleinere vrijstelling van ongeveer 2.800 euro. Voor een invalide kind geldt een hogere vrijstelling van bijna 79.000 euro en bij pensioenimputatie kan ruim 213.000 euro buiten de heffing blijven.

Vrijstellingen bij schenkbelasting

Bij schenken zijn er jaarlijkse vrijstellingen. Ouders kunnen in 2026 bijna 6.900 euro belastingvrij aan een kind geven. De verhoogde schenkingen voor mensen tussen de 18 en 40 jaar blijven ook bestaan. Zo kun je ruim 33.000 euro vrij schenken voor een vrij te besteden doel, terwijl een schenking voor een studie kan oplopen tot iets meer dan 69.000 euro. Schenk je aan iemand anders dan je kind — bijvoorbeeld een kleinkind, broer of vriend — dan is jaarlijks ongeveer 2.800 euro belastingvrij.

Wat betekent dit voor jou in de praktijk?

De wijzigingen in 2026 zorgen vooral voor meer rust en voorspelbaarheid. De langere aangiftetermijn en het verdwijnen van de 180-dagenregel halen veel onzekerheid weg. Tegelijk zorgen het lagere overdrachtsbelastingtarief en de ruimere startersvrijstelling voor concreet voordeel. Voor veel mensen wordt het fiscale speelveld daarmee een stuk overzichtelijker.

Scroll naar boven