Lang gewerkt, toekomst blijft wankel
Hans is 66 en blikt met een dubbel gevoel terug op zijn lange carrière in de bouw. In 45 jaar groeide hij van leerling-timmerman uit tot iemand met verantwoordelijkheid op de werkvloer, maar hij had nooit bedacht dat hij zich op deze leeftijd zou afvragen of een simpel kroegbezoek nog haalbaar is. “Waar heb ik al die tijd voor gezwoegd?” verzucht hij terwijl hij de afschrijvingen van de afgelopen maand naloopt.
Als kind was bouwen al zijn ding. Hij hield van aanpakken en iets maken met zijn handen. “Doorwerken zit in me,” zegt Hans. “De bouw was niet zomaar werk; het hoorde bij wie ik ben, en daar ging ik vol voor. En nu moet ik nadenken of ik een biertje wel kan betalen.”
Na zijn pensioen rekende hij op rust en minder zorgen, maar de werkelijkheid liep anders. Het pensioen dat binnenkomt, kan de stijgende kosten niet bijbenen. “Als ik met vrienden spreek die nog werken, voel ik me vaak aan de zijlijn,” vertelt Hans. “Zij gaan lekker op pad, terwijl ik op iedere uitgave moet letten.”
Hij denkt terug aan die vrijdagen met collega’s in het café. “Het was dé manier om af te schakelen en elkaar beter te leren kennen. Nu lijk ik de enige die dat simpele plezier moet laten schieten.”
Zware tijden, toch nog wat licht

De feiten zijn hard: de prijzen van eten en drinken zijn de laatste jaren flink de lucht in geschoten. “Een pilsje in de kroeg is bijna niet meer te doen. Mijn vaste lasten zijn zo gestegen dat ik mezelf moet inperken,” legt Hans uit. “Ik dacht altijd dat ik na al dat werken onbezorgd van mijn pensioen zou kunnen genieten. In plaats daarvan tel ik elke euro.”
Zijn frustratie groeit. Na decennia buffelen moet hij nu schipperen om rond te komen. “Ik ben opgevoed om netjes met geld om te gaan, maar zelfs dat lijkt niet genoeg. Dan vraag je je af: Wat heb ik eigenlijk bereikt, als ik al moet nadenken over een paar euro voor koffie?”
Hans voelt zich soms aan zijn lot overgelaten. “Waarom moet ik, na zoveel jaren meedraaien en bijdragen, zo knokken om het redden?” zegt hij. Het idee dat zijn ervaring en inzet niet echt worden gezien, doet hem verdriet. “Ik wil niet alleen een nummertje in het pensioenoverzicht zijn.”
Toch weigert hij bij de pakken neer te zitten. Hij is van nature actief en zoekt naar manieren om wat lucht te creëren. Misschien kan hij nog wat uren bijklussen of iets met een hobby doen om wat bij te verdienen. “Thuis stilzitten is niets voor mij, maar het blijft zoeken naar wat haalbaar is én helpt om het hoofd boven water te houden,” zegt Hans.
Ondanks alles probeert hij optimistisch te blijven. Zijn vrienden hebben misschien meer financiële ruimte, maar hij is trots op wat hij met zijn eigen handen heeft neergezet. “Ik heb veel gemaakt waar ik nog steeds met een goed gevoel op terugkijk,” vertelt hij met twinkelende ogen. Hij hoopt dat er meer aandacht komt voor mensen zoals hij, die hun leven lang hebben meegebouwd aan de samenleving.
Met die instelling gaat Hans door, vastbesloten er het beste van te maken in lastige tijden. “Misschien kan ik ooit weer onbezorgd een biertje drinken met vrienden. Tot die tijd zet ik thuis koffie en kijk ik hoe ik mijn dagen toch wat leuker kan maken,” besluit hij met een knipoog en een glimlach.
