Er schort iets aan hoe we stemmen. Vanaf je achttiende mag je het hokje rood maken, alsof een middelbareschooldiploma je ineens politiek inzicht geeft. Onzin, zegt Johan (52). Volgens hem moet de grens omhoog: pas vanaf vijfentwintig.
Voor Johan is dat logisch. “De meeste 18-jarigen hebben nul kaas gegeten van politiek,” zegt hij scherp. “Waarom laat je iemand die nog thuis woont en geen flauw idee heeft van belastingen meebeslissen over het land?”
De TikTok-stembus
Volgens hem laten jonge kiezers zich vooral leiden door wat lekker bekt. Ze swipen op TikTok, zien een partij met een geinige oneliner of een influencer met een luidruchtige mening en hop, zo is de keuze gemaakt. “Dat is geen serieuze democratie, dat is impulsief pubergedrag,” moppert Johan.
Een achttienjarige heeft volgens hem nog nauwelijks bagage. Geen ontslag meegemaakt, geen gedoe met een hypotheek, geen belastingteruggave, geen nachten op met een krijsende baby om drie uur ’s nachts. “Pas als je een paar deuken hebt opgelopen, snap je wat beleid in je leven betekent,” zegt hij.
Onervaren maar zelfverzekerd
De leefwereld van een achttienjarige is klein: school, vrienden, festivals en misschien een paar uurtjes in de supermarkt. Niks mis mee, vindt Johan, maar daarmee begrijp je nog niet hoe zorg, pensioenen of de woningmarkt draaien. “Ze weten amper wat een zorgpremie is!”
Politiek is volgens Johan geen populariteitsshow, maar iets dat beslissingen over miljarden aanstuurt. “Waarom zouden we die verantwoordelijkheid leggen bij iemand die z’n loonstrook nog nooit goed heeft bekeken?” sneert hij.
Eerst ervaring, dan stemmen
Hij wil een systeem waarin je pas vanaf vijfentwintig naar de stembus mag. “Tegen die tijd heb je waarschijnlijk gewerkt, misschien huur je iets en betaal je je eigen boodschappen. Dan voel je aan den lijve wat beleid doet,” zegt hij.
Critici noemen dat elitair, maar Johan haalt er z’n schouders over op. “Elitair? Nee joh, gewoon nuchter. Democratie draait niet om aantallen, maar om verstandige keuzes.” Hij gelooft niet dat volwassenheid automatisch op je achttiende start.
“De wet kan zeggen dat je volwassen bent, maar de praktijk zegt iets anders,” stelt hij. “De meeste achttienjarigen zijn nog bezig met zichzelf uitvinden, niet met de staatsschuld.” In zijn ogen zijn ze te makkelijk te sturen, te vatbaar voor emotie en hypes.
Een soort rijbewijs voor stemmen
Hij herinnert zich zijn eerste stembeurt op z’n achttiende nog goed. “Ik had werkelijk geen idee,” geeft hij toe. “Ik koos wat mijn vrienden kozen. Pas later snapte ik hoe onhandig die keuze was.”
Daarom wil hij niet alleen de leeftijdsgrens omhoog, maar ook een basisvak burgerschap voor iedereen die wil stemmen. “Je zou eerst moeten laten zien dat je snapt hoe het systeem in elkaar zit.”
Sommigen vinden dat overdreven streng, maar voor Johan is het logisch. “Je krijgt ook geen autosleutel zonder rijbewijs. Waarom zou je dan stemmen zonder basiskennis?” zegt hij. “Met een misstap in het stemhokje kun je het land ook in de prak rijden.”
Levenservaring als maatstaf
Hij noemt jongeren niet dom, wel onervaren. “Er is een wereld van verschil tussen slim zijn en dingen meegemaakt hebben,” zegt hij. “Het eerste leer je uit boeken, het tweede door vallen, opstaan en doorgaan.”
Zijn lijn is streng, maar consequent. “We moeten ophouden te doen alsof leeftijd niets uitmaakt. Het doet er wél toe. Democratie is te belangrijk om over te laten aan onwetend enthousiasme.”
Wie hoort te bepalen?
Johan denkt dat de politiek beter wordt als vooral mensen stemmen die weten wat ze doen. “Dan krijg je beleid op basis van inzicht, niet op basis van trends van TikTok.”
Volgens hem verkleint dat de kloof tussen beleid en het dagelijkse leven. “Misschien gaat Den Haag dan eindelijk luisteren naar de mensen die het land draaiende houden, in plaats van naar studenten die overal een mening over hebben maar nog weinig ervaring.”
Toch blijft zijn visie controversieel. Veel mensen vinden dat hij de democratie uitholt door het stemrecht in te perken. Johan blijft bij zijn punt. “Democratie is niet iedereen te vriend houden. Het is zorgen dat de juiste mensen besluiten nemen.”
Jouw mening?
Heeft hij een punt? Moeten we stemrecht koppelen aan ervaring, leeftijd of volwassenheid? Of hoort juist de jongste generatie mee te praten over de toekomst die vooral hun treft?