In de wintertijd kan een dagje stoken al gauw 7 euro aan gas kosten en de stijging van de gasprijzen zorgen ervoor dat dat bedrag nog hoger uit kan pakken. Daarom is het niet zo gek dat heel veel mensen hun aandacht richten op een goedkoper alternatief: de houtkachel of open haard. En dat is begrijpelijk, een houtkachel of open haard zorgt voor gezelligheid en knusheid. Dit geldt zeker wanneer de dagen weer korter worden en we door de coronamaatregelen meer op onszelf aangewezen zijn.
Het nadeel is er natuurlijk ook, deze kachels zorgen voor houtrook met schadelijke stoffen en een ongezonde lucht door de fijnstof die bij het stoken vrijkomt. Het is dus erg belangrijk om de luchtverontreiniging zo veel mogelijk te beperken en dat kan door te zorgen voor een goede verbranding. Een goede verbranding is te herkennen aan een rustig brandende gele vlam waarbij de rook die uit de schoorsteen vrijwel kleurloos is. Een onrustig brandend vuur met oranje flakkerende vlammen zorgt voor een donkere rook uit de schoorsteen. Er is dan sprake van een onvolledige verbranding. Het is dus een must dat er alleen droog en onbehandeld hout gebruikt wordt. Sloophout, geverfd hout, geïmpregneerd hout, spaanplaat en multiplex zijn allemaal materialen die absoluut niet in de houtkachel of haard thuishoren, omdat er bij verbranding zeer schadelijke stoffen vrij kunnen komen. Ver der moet er gezorgd worden dat de luchttoevoer openingen volledig open zijn en dat een vuur nooit gesmoord moet worden maar vanzelf uit moet gaan. Stook ook niet wanneer het mistig of windstil weer is, want dan wordt de rook onvoldoende verspreid.
Het stoken van een houtkachel of open haard heeft dus wel zijn prijs, zeker als het te gebruikte hout ook nog (duur) gekocht moet worden. Dan is het maar zeer de vraag of het de investering van de aankoop van die gezellige haard waard is.
