Hilda (82) blijft alleen: kleinkinderen mijden haar huis vanwege oudemensenlucht

Hoi, ik ben Hilda, 82, en ik woon al ruim vijftig jaar in hetzelfde huis. Overal hangen herinneringen, foto’s en kleine momenten die me dierbaar zijn. Toch merk ik dat mijn kleinkinderen minder vaak binnenwippen.

Waarom? Volgens hen hebben mijn huis en ik een echte ouderenlucht. Dat zette me aan het puzzelen, dus ben ik gaan uitzoeken hoe dat komt. Als je bij mij binnenstapt, komt er een duidelijke geur je tegemoet. Zelf ruik ik die bijna niet meer, maar mijn kleinkinderen dus wel.

“Oma, het ruikt hier altijd een tikje muf,” zei mijn kleinzoon Lars laatst. Ik moest erom lachen, maar het bleef wel hangen. Waar komt die geur toch vandaan?

De wetenschap achter die typische lucht

Na wat speurwerk kwam ik uit bij een stofje in je lichaam: 2-nonenal. Iedereen maakt het aan; het belandt ook in je zweet. Bij jongeren wordt 2-nonenal razendsnel afgebroken en bijna niet uitgezweet. Bij oudere lichamen gaat dat minder vlot. Daardoor blijft het op je huid zitten en krijg je het er met wassen lastig helemaal af. Die ophoping zorgt voor de geur die mijn kleinkinderen ‘oudemensengeur’ noemen.

Mijn kleinkinderen hebben het direct door

Ik vind het bijzonder dat zij die geur meteen oppikken terwijl ik hem niet meer opmerk. Mijn kleindochter Lisa zei: “Zodra ik binnenstap, ruik ik meteen die oma-lucht. Het doet me altijd aan jou denken.” Lief bedoeld, maar ik snap dat het ook een beetje ongemakkelijk kan voelen.

Net zoals je je eigen parfum na een tijdje niet meer ruikt, geldt dat ook voor je lichaamsgeur. Mijn vrienden en ik merken het bij elkaar niet op; je went eraan. Maar mijn kleinkinderen, met hun frisse neuzen, pikken het meteen op.

Elke leeftijd heeft z’n eigen lucht

Iedere levensfase heeft z’n eigen signatuur. Baby’s geuren vaak zoet en warm, pubers hebben die typische gymzaal-lucht, en bij ouderen verandert de samenstelling van zweet waardoor er een eigen geur ontstaat. Dat is gewoon biologie die met de jaren opschuift. Zoals mijn zoon Mark het zei: “Bij oudere mensen wordt 2-nonenal minder goed afgebroken, dus blijft het eerder op de huid hangen.”

Wat ik zelf merk

Mijn kinderen zeggen weleens dat ik een beetje ruik zoals hun opa vroeger. Zelf pik ik dat niet op, maar inmiddels snap ik de oorzaak. Mijn dochter Anne zei: “Toen ik jonger was, rook ik die typische lucht bij ouderen veel sterker. Nu ik ouder word, valt het me minder op.”

Dat maakte me duidelijk dat je reukbeleving met je leeftijd mee verandert. Wat je eerder meteen als ‘oudemensengeur’ labelde, valt later minder op omdat jouw eigen geur er meer op gaat lijken.

Wat ik doe om mijn huis fris te houden

Ook al ruik ik het zelf niet, ik wil dat de kleinkinderen zich hier fijn voelen. Dus zet ik vaker ramen open, maak ik vaker schoon met iets dat lekker ruikt en probeer ik het binnen fris te houden. Tegelijk weet ik: die leeftijdsgebonden geur haal je nooit voor honderd procent weg.

Ondanks alles is dit huis vooral een warme plek vol herinneringen. Ik hoop dat de kleinkinderen dat blijven zien en waarderen. Als ze zeggen dat het hier “vertrouwd” ruikt, dan word ik daar blij van: dat is voor mij een teken dat ze zich thuis voelen, ook al is de geur net even anders dan bij hen.

Dus als je bij een oudere binnenloopt en die herkenbare lucht ruikt, bedenk dan dat het gewoon bij het ouder worden hoort. Het is een kleine reminder van hoe ons lichaam verandert met de jaren en het geeft een huis soms juist die eigen, karakteristieke sfeer.

Scroll naar boven