Herken jij dit vergeten gerecht nog? Wie vóór 1970 is geboren wel

Als je de vijftig gepasseerd bent, zegt het je vast nog iets: watergruwel. Zo’n klassiek nagerecht dat bij oma bijna vanzelfsprekend op tafel kwam, vaak op zondag of na een stevige hap. De naam klinkt misschien wat gek, maar wie het ooit proefde, weet dat het eigenlijk een verrassend fris en zoet toetje is.

Wat is watergruwel precies?

Watergruwel is een oer-Hollandse klassieker die je misschien ook kent als krentjebrij. Het is een papachtig gerecht van gort, rode limonadesiroop (vaak bessensap of siroop van rode vruchten) en gedroogde vruchten zoals rozijnen of krenten.

Het eindresultaat is een stevige, fruitige brij met een lichtzuur tintje, lekker zowel koud als warm. Ondanks die wat minder smakelijke naam heeft watergruwel niets met “gruwel” te maken – het woord komt waarschijnlijk van het Oudnederlandse gruul, dat pap of brij betekent.

Een gerecht uit eenvoudiger tijden

Vroeger was watergruwel een geliefd toetje, vooral op het platteland. Het werd gemaakt met simpele, goedkope ingrediënten die je bijna altijd in huis had. Gort – gepelde gerst – was in de negentiende en vroege twintigste eeuw heel gebruikelijk. Met zoet bessensap en rozijnen erbij werd het echt iets feestelijks.

Toen suiker nog prijzig was, zoette men het soms alleen met wat stroop of honing. Later, toen bessensap in flessen in de winkel lag, kreeg het gerecht die typische dieprode kleur.

Zo maak je watergruwel

Het kost wat tijd, maar moeilijk is het niet. Eerst laat je de gort rustig gaar koken in water met een snufje zout. Daarna gaan rozijnen, krenten en bessensap erbij. De pap dikt in en krijgt een diepe roodpaarse kleur. Als het goed is glanst de brij licht en ruikt hij heerlijk fruitig.

Je kunt het warm eten, maar veel mensen laten het juist afkoelen. Koude watergruwel is stevig, fris en ideaal op een zomerdag. Een toef slagroom of een scheutje melk past er prima bij.

Waarom het uit beeld verdween

In de hedendaagse keuken kom je watergruwel bijna niet meer tegen. Jongeren grijpen sneller naar yoghurt, ijs of kant-en-klare toetjes. Thuis wordt het zelden nog gemaakt, al duikt het soms op bij streekmarkten of in traditionele eethuisjes.

Toch zien steeds meer mensen het weer als nostalgisch comfortfood. Op sociale media delen mensen filmpjes waarin ze het recept van hun oma opnieuw maken. En wie het proeft, snapt meteen waarom: simpel, betaalbaar en verrassend lekker.

Een gerecht met een eigen karakter

De charme van watergruwel zit in de eenvoud. Geen chic dessert, maar iets huiselijks. Zo’n gerecht dat herinneringen oproept aan emaille pannen, houten lepels en dampende kommen op het fornuis.

Tegelijk is het een schoolvoorbeeld van duurzaam koken avant la lettre: je gebruikt lang houdbare basisproducten en restjes, waardoor er weinig wordt verspild.

Wat die naam eigenlijk betekent

De naam “watergruwel” kan afschrikken, maar dat is nergens voor nodig. Oorspronkelijk betekende “gruul” gewoon “pap”. Toen de taal veranderde, bleef het woord “gruwel” hangen en kreeg het gerecht onterecht een enge bijklank. In werkelijkheid is het allesbehalve gruwelijk: juist zacht, fruitig en troostrijk.

Hollandse nostalgie in een kom

Watergruwel is meer dan een oud recept. Het is een stukje Nederlandse eetcultuur dat herinnert aan een tijd waarin eenvoud normaal was en smaak niet uit een pakje kwam.

Krijg je de kans, maak het dan eens. Eén kommetje watergruwel en je staat zo weer in de keuken van oma, met de geur van bessensap en een vleugje kaneel in de lucht.

Scroll naar boven