Ophef over nieuwe benamingen voor feestdagen bij Hogeschool Utrecht
Bij Hogeschool Utrecht is een fel debat losgebarsten: in het jaarrooster heten Kerst en Pasen voortaan niet meer bij naam, maar gewoon ‘feestdag’. Dat klinkt misschien klein, maar de keuze zorgde in no time voor stevige reacties in media en politiek. Termen als “culturele zelfmoord” en “cultuurverraad” vlogen over tafel. Tegelijkertijd vraagt HU zich af: is dit niet juist een logische stap richting een inclusievere aanpak?
Wat is er nou anders?
Het gaat om het rooster voor studiejaar 2025-2026. Waar eerder ‘Kerst’ en ‘Pasen’ expliciet vermeld stonden, gebruikt HU voortaan één neutrale noemer voor alle religieuze vrije dagen: ‘feestdag’. Koningsdag en Bevrijdingsdag blijven wel gewoon bij naam genoemd. De aanpassing komt uit de medezeggenschap, die aandrong op communicatie die beter aansluit bij de toenemende diversiteit onder studenten en medewerkers.
Waarom deze keuze?
De collegezalen worden steeds diverser. Door alle religieuze vrije dagen hetzelfde te labelen, wil HU voorkomen dat één traditie automatisch meer gewicht krijgt dan een andere. De vrije dagen zelf blijven gewoon bestaan; het gaat alleen om hoe ze in het rooster heten. Het lijkt op wat sommige werkgevers doen in december: ruimte maken voor ieders feestdagen zonder één groep centraal te zetten in de officiële communicatie.
Media-storm en pittige uitspraken
De onrust begon na een bericht van hogeschoolblad Trajectum en belandde al snel bij landelijke media. Hart van Nederland pikte het op en De Telegraaf zette er fors in, met scherpe koppen en een oproep aan lezers om te reageren. Vanuit de politiek klonk harde kritiek: PVV-leider Geert Wilders noemde het cultureel onacceptabel, terwijl ChristenUnie-leider Mirjam Bikker zich afvroeg waarom christelijke feestdagen zouden worden ‘gecanceld’.
Politieke partijen springen erbovenop
Niet alleen PVV en ChristenUnie roerden zich. Ook BBB en NSC namen afstand van het besluit. Volgens hen laat het neutraal maken van vertrouwde benamingen zien dat onderwijsinstellingen verder wegdrijven van wat veel mensen belangrijk vinden. Hun punt: er wordt gesleuteld aan bekende woorden zonder dat helder is welk concreet probleem daarmee wordt opgelost.
Kamer-vragenuur en wat de minister zei
De kwestie kwam zelfs aan bod in het vragenuur. Mirjam Bikker vroeg aan demissionair onderwijsminister Gouke Moes of christelijke studenten hierdoor niet aan de zijlijn belanden. Caroline van der Plas (BBB) stelde dat HU zo een groot deel van Nederland van zich vervreemdt. NSC-Kamerlid Rosanne Hertzberger zag er een voorbeeld in van de kloof tussen academische wereld en maatschappij. Minister Moes benadrukte dat instellingen zelf over hun roosters gaan en dat het ministerie dit soort keuzes niet terugdraait.
Hoe legt HU het uit?
Volgens HU is de uitleg van het besluit doorgeschoten. De kern: Kerst en Pasen verdwijnen niet uit het campusleven en worden zeker niet verboden; ze worden alleen niet meer als zodanig in het officiële rooster genoemd. Rinne Post, voorzitter van de hogeschoolraad en pleitbezorger van de wijziging, benadrukt dat het niet gaat om het afkalven van Nederlandse tradities. De vraag is eerder of een onderwijsinstelling in haar formele planning specifieke religieuze feesten moet uitlichten.
Breder beeld: inclusief plannen en eerdere voorbeelden
Het college van bestuur herhaalt dat alle betrokken dagen gewoon vrije dagen blijven. Daarnaast werkt HU aan een inclusievere toetsplanning, waarbij ook islamitische feestdagen zoals het Suikerfeest worden meegenomen. Zo hoef je niet te kiezen tussen je geloof en een tentamen. Deze discussies spelen al langer: in 2009 was er bij De Haagse Hogeschool ophef toen een traditionele kerstboom plaatsmaakte voor neutralere verlichting. Intussen passen meer instellingen hun roosters aan de realiteit van een multiculturele studentenpopulatie aan en zoeken ze naar manieren om eindejaarsactiviteiten breder en uitnodigender te maken.