Tegenwind voor windenergie

Het aandeel aan duurzaam opgewekte energie in Nederland zit al jaren in de lift. Momenteel kunnen we met onze totale opbrengst uit wind- en zonenergie voorzien in het gehele elektriciteitsverbruik van de provincies Utrecht en Noord Holland. De verwachting is dan ook dat er steeds meer windparken bijkomen. Dit gebeurt zowel op het land als op zee, waarbij duurzame energie een steeds groter deel van de benodigde elektriciteit zal leveren.

Er is echter ook een keerzijde. Er roeren zich steeds meer mensen die tegen de bouw van windparken zijn. Over het algemeen zijn deze mensen niet tegen windenergie. Het gaat ze vooral om de locatie, de grootte en/of de effecten van de windturbines op mens, dier en natuur. Er worden bijvoorbeeld zorgen geuit over de verwachte geluidsoverlast en slagschaduw die de turbines veroorzaken. Ook kunnen veel trekvogels die in een gebied rondom een windmolen foerageren, geraakt en gedood worden door de enorme wieken. Andere dieren zoals reeën, ganzen, hazen en vogels gaan dan ook zo’n gebied verlaten.

Secundair speelt mee dat er bij een aanleg van een windpark niet alleen veel beton en bestrating rondom turbines nodig is, maar ook toevoerwegen, hek- en bouwwerken. Hierdoor wordt het vaak bijzondere landschap volledig aangetast. Op een aantal plaatsen in het land heeft dit er al toe geleid dat windparkplannen zijn ingetrokken of opgeschort.

Kortom: de overheden dienen de komende jaren bij de bouw van een windpark, naast de economische aspecten, meer rekening te houden met groeperingen die opkomen voor leefbaarheid, gezondheid en flora en fauna. Wellicht gaat de winning van windenergie op zee daardoor een grotere rol krijgen dan die nu al heeft.